zondag 31 oktober 2010

Je vingers weten het beter

image

Het typen van mijn dagelijks blogberichtje zorgt ervoor dat ik nog behoorlijk vlot mijn toetsenbord kan bedienen.
Maar ik typ bijlange niet perfect. Ik gebruik maar een paar vingers: de middenvingers en de wijsvingers van beide handen en mijn linker duim voor spaties.
En helemaal blind gaat het ook niet.
Ik kijk wel naar het computerscherm als ik aan het tikken ben, maar zo nu en dan moet ik mij, meestal na een fout, eens heroriënteren door naar de toetsen te kijken.
Nochtans heb ik 52 jaar geleden leren typen zoals het moet: met alle vingers van beide handen én blind.
Maar ik heb die perfecte dactylotechniek onvoldoende onderhouden.
Ik ben die vaardigheid kwijt.
Psychologen van de Vanderbilt University hebben recent in Science een studie gepubliceerd waarin ze nagaan hoe het lichaam van een typist omgaat met het maken van typfouten.
Ze lieten ervaren typisten die perfect blind konden typen een tekst intikken met een een ingenieus aangepaste tekstverwerker.
Die tekstverwerker deed rare dingen.
45% van de fout getypte woorden gaf hij correct weer op het scherm.
En 6% van de goed getypte woorden gaf hij fout weer op het scherm.

Na de proef werden de typisten ondervraagd.
Toen bleek dat ze ervan overtuigd waren dat wat ze de valse fouten echt zelf gemaakt hadden.
En dat ze alles wat goed op het scherm kwam ook door hen goed getypt was.
Wat ze op het scherm zagen was dus volgens de proefpersonen ook dat wat ze gedaan hadden.

Maar de onderzoekers hadden ook de reactiesnelheid van de vingers van de typisten gemeten.
En daar zagen ze iets anders: telkens als er iets fout getypt werd zagen ze dat de vingers iets trager reageerden voor een volgende aanslag, zelfs als de fout op het scherm door de tekstverwerker werd rechtgezet!
Alhoewel de typisten zich zelf van geen fout bewust waren, zorgden hun hersenen voor een vertraagde motoriek.
Voor de onderzoekers is dit een illustratie van het verschijnsel dat het lichaam en de geest los van elkaar controlefuncties kunnen uitoefenen.
Dit doet zich ook voor als we zingen, musiceren, wandelen, autorijden,...
Onze geest controleert door de omgeving te interpreteren. Onze spieren en zintuigen controleren de motoriek.
Volgens dit onderzoek gebeuren beide controles los van elkaar.

Als ik het goede begrijp zullen blinde mensen supersnel voelen als ze typfouten maken.
En zelfs voor zienden geldt: uw vingers weten het beter!

zaterdag 30 oktober 2010

Street View à gogo

Nu Street View in Google Maps al wijd verspreid is (wanneer komt België aan de beurt?) is er een nieuwe rage aan het ontstaan: het programmeren van Street-View generators.
Er zijn er al meerdere te bewonderen: een Nederlandse mashup met de duidelijke naam StraatBlik, genereert puur Nederlandse street views.
Maar als je behoefte heb aan een meer mondiale verkenningstocht, dan moet je naar Mapcrunch surfen.

image

Het enige wat je te doen staat is op de Go-toets drukken.
Als je de virtuele reis wil beperken, kan je in een tabel een keuze maken voor de landen die je wil bezoeken.
En je kan bepalen of je landwegen wil zien of niet.
Je kan voor een slideshow kiezen of voor een persoonlijke sturing, beeld per beeld.
Als je voor een slideshow kiest kan je instellen hoe lang elke view zichtbaar blijft.
Een langere tijd geeft je de gelegenheid om het beeld te zoomen, te draaien, te verschuiven, kortom de omgeving te verkennen.
Mijn advies voor het weekend:
  • klik op “select all”
  • vink “slideshow” aan
  • kies een delay van minimum 10 sec.
  • klik op “Go”
en je bent op weg voor een virtuele wereldreis. Vanuit je luie zetel ga je van Antarctica naar Japan en van Zuid-Afrika naar de USA.
En misschien brengt dit je wel op een ideetje voor ooit een reële kennismaking

vrijdag 29 oktober 2010

Schrappen

6.987.167.243.805.431
Je mag in bovenstaand getal in totaal 8 cijfers schrappen, zodat het getal van de overblijvende cijfers zo klein mogelijk is.
De cijfers die je schrapt moeten niet noodzakelijk verschillend zijn. Je mag bijvoorbeeld twee zevens schrappen, twee achten, twee drieën, twee enen om aan je  acht “schrapsels” te komen.
Maar de volgorde van de cijfers in het getal mag je niet wijzigen.
Wat is het kleinste getal dat je kan bekomen?
Laat het me weten tegen zondagavond: herve.tavernier2@pandora.be
Maandag om 21.30u. verklap ik het antwoord.
Tussen haakjes: weet je ook hoe je 6.987.167.243.805.431 uitspreekt en met woorden neerschrijft?
Verzwik je tong niet!

donderdag 28 oktober 2010

Over Mondjen Colle en tinpest

Mijn nonkel Raymond was een gekende loodgieter in Merelbeke.
Mondjen Colle” noemden de mensen hem. Colle was zijn achternaam.
Een kleine, gedrongen maar oersterke man en een keiharde werker.
Een echte suikernonkel was het niet, want hij zat serieus op zijn centen.
Maar toch was ik niet weg te slaan uit zijn werkhuis.
Ik hielp hem met veel plezier bij het plooien van zinken dakgoten en bij het aanpompen van de blaasbalg als hij de ijzeren haken moest smeden waarmee de “capucinegoten” werden opgehangen.

image
Ik had het voor hem en hij zag mij ook wel zitten.
”Ge moet loodgieter worden” zei hij “en u specialiseren in het sanitair, dan kunt ge mijn zaak hier overnemen en goed uw brood verdienen”.
Want Mondjen Colle had geen kinderen en hij wilde dat zijn levenswerk verder gezet werd.

Ik ben geen loodgieter geworden.
Maar hij heeft mij wel, zonder het te beseffen, een duwtje naar de chemie gegeven.
Ik wou weten waarom hij de randen van zijn zinkplaten altijd eerst met een nat varkensharen borsteltje insmeerde vóór hij ze aaneen soldeerde.
Het kon toch geen water zijn wat hij over de zink wreef, want het metaal bruiste en het ging meer blinken.
”Da’s ‘sprit sel’,” zei hij, “om de zink te zuiveren zodat de soudure beter pakt”.
Jaren later wist ik dat zijn ‘sprit sel’ een verbastering was van “esprit de sel” – zoutgeest, een gebruiksnaam voor waterstofchloride.
Pure chemie dus dat stukje loodgieterij.

Maar echte loodgieterij werd het voor mij pas ieder jaar op het einde van augustus.
Dan brachten de dorpsgenoten hun lepels en vorken bij Mondjen Colle om ze te laten vertinnen, zodat ze er mooi blinkend uitzagen tegen de grote kermis van begin september.
Dat was voor mij een echt feest.
Nonkel zette in zijn werkhuis een grote oude braadpan op zijn kolenvuur en hij liet er dunne staven tin in smelten.
”Luister eens” zei hij terwijl hij een tinnen staaf tegen mijn oor dubbel plooide.
”Hoort ge dat kraken? Da’s het bewijs dat het zuivere tin is!”
”Als het weinig of niet kraakt, zit er veel lood bij”
En als bewijs moest ik luisteren als hij een loodstaaf samenduwde.
”We zullen maar een beetje lood in de pan gooien” zei hij, “want zuivere tin is te duur en ze smaken het verschil toch niet als ze soep eten!”.
Als de lepels en de “fourchetten” hun tin- en loodbad genomen hadden, werden ze aan een draad opgehangen om uit te lekken en te drogen.
Klaar voor gebruik, tot nonkel en ik ze het jaar daarop terugzagen voor een vers laagje.
Over zware metalen in de soep en de pap gesproken…

Maar tin bleef mij fascineren.
En toen ik in een paar jaar later in Gent chemie ging studeren hoorde ik prof. Eeckhout zaliger over de allotrope modificaties van tin praten.
Allotrope modificaties: een geleerd woord om aan te geven dat sommige stoffen, naar gelang de omstandigheden, een andere kristalvorm kunnen aannemen.
Tin is zo’n stof.
Boven de 16°C is tin een blinkend zilverwit hecht metaal: de bèta-kristalvorm
Beneden de 13,5°C gaat het over naar een andere kristalvorm waardoor het veel minder hecht wordt en de kleur naar grijs-zwart evolueert: de alfa-kristalvorm.
Hoe lager de temperatuur, hoe pulveriger het metaal wordt.
Je kan dit goed zien in de volgende filmmontage waarin men een blokje zilverwit bèta-tin afgekoeld heeft tot –40°C om dan om de 3 minuten een foto te nemen: je ziet het blokje letterlijk verbrokkelen tot een brosse massa alfa-tin:


Tinpest in actie

Dit “vergaan” van tin bij lage temperaturen was vooral in de middeleeuwen een echte tinpest: bij koude winters zakten de tinnen orgelpijpen in de kerken als kaartenhuisjes in mekaar.
Ook poolreiziger Scott kreeg er mee te maken, toen zijn met tin gesoldeerde jerrycans vol kerosine leegliepen en hij de strijd met Amundsen om als eerste de zuidpool te bereiken, verloor.
En de soldaten van Napoleon verloren hun broek in de bittere Russische winterkou omdat hun tinnen knopen het begaven!



Het schijnt zelfs dat die fameuze “hand van Napoleon” niets met maagpijn van de keizer te maken had: hij hield gewoon zijn knopenloze broek op!
Maar dat laatste verhaal heb ik niet van prof. Eeckhout en ook niet van Mondjen Colle.
Dat heb ik zelf verzonnen…

woensdag 27 oktober 2010

Het moet niet altijd elektronica zijn

We leven in een tijd die beheerst wordt door de computer.
Dat machientje is een meesterlijke combinatie van elektronica en van software die de elektronica bestuurt.
Er komt nog nauwelijks mechanica aan te pas. De harde schijf nog, maar die wordt ook meer en meer vervangen door “solid state memories”.
Toen ik daarover aan het mijmeren was, herinnerde ik mij meteen hoe een oud-leerling van mij, Francis Mouton, lang geleden op een “vrij-podium-dag” in het St.-Janscollege te Meldert-Hoegaarden, het gedicht “Alles gaat elektrisch bij hem thuis” van Jules De Corte voordroeg.
Francis Mouton was (en is) een fijne kerel. Hij is priester geworden en hij werkt nu als Aalmoezenier van de Arbeid bij de armsten der armen in Conselheiro Lafaiete, een middelgrote stad in Brazilië.

image

In het gedicht dat de toen 17-jarige Francis (nu een 50-iger…) vol overgave voordroeg, doet Jules De Corte sarcastisch over de nieuwe tijden waarin de elektrische apparaten stilaan de huishoudens veroverden. Maar bedenk dat Jules De Corte zijn liedje schreef in 1956… Er was dus nog lang geen sprake van de elektronisch aangestuurde domotica huizen of elektronisch geregelde auto’s
Luister maar eens naar dat mooie dingetje:



In dat eerste decennium na de tweede wereldoorlog, kwamen we uit een tijd waar de mechanica het voor het zeggen had.
Van die mechanische hoogstandjes kon ik als kind eindeloos genieten.
Ik was de hemel te rijk als ik als klein jongetje van mijn vadertje het schitterende binnenwerk van onze Westminster klok mocht bekijken terwijl ze bij het uur haar melodietje sloeg.
Een mysterieuze, fascinerende wereld van bewegende radertjes en tokkelende hamertjes.

File:Dscf1813r2.jpg

Toen ik onlangs op YouTube een filmpje vond over een merkwaardige mechanische mystery box, kwam de warme heimwee naar die tijd van toen weer bij mij binnenwaaien.
Bekijk dat eens.
Een meesterwerkje.
En iets dat voor mijn part niet moet onderdoen voor een iPhone 4.

Alles gaat mechanisch in dit huisje…

dinsdag 26 oktober 2010

Wat weet je er nog van?

Een kleine verstrooiing  tussendoor.
 
Of we daar nu gelukkig mee zijn of niet, de landsgrenzen binnen Europa zijn aan het vervagen en we zijn allemaal meer en meer echte Euroburgers aan het worden.
Maar wat weten we over Europa?

Op de site Toporama vond ik een reeks leuke quizjes waarmee we onze kennis over ons continent kunnen testen.
Al die quizjes zijn “kaart-georiënteerd”.
En als je het niet meer weet kan je het via deze site weer leren.

Weet jij bijvoorbeeld nog wat de hoofdstad van Liechtenstein is? Vaduz!
Ik heb dat eigenlijk nooit geweten…

image

maandag 25 oktober 2010

Bloemen verwelken, schepen vergaan, maar onze puzzel blijft altijd bestaan – oplossing

image
Het kleinste gemeen veelvoud van 4, 8, 12, 16 is 48.
De schepen zijn 48 weken na 15 oktober 2010 weer eens samen in Antwerpen.
Als ik mij niet mistelt heb, zou dat op 16 september 2011 moeten zijn.

10 optische illusies in 2 minuten

Voor mijn part wel een beetje te zenuwachtig gedoe en een te lawaaierige achtergrond, maar toch.
In volgend filmpje holt “de man” van de ene optische illusie naar de andere.

De meeste van die illusies en nog veel meer werden hier al eens apart besproken.
Klik maar eens op het label illusies in de label-tabel aan de rechterkant van mijn blogje: we zijn al aan illusie-item nr. 47 toe!

Ren je rot…

zondag 24 oktober 2010

Niet nat te krijgen

Zuivere koolstof is een watervijandige stof.
Of om even geleerd te doen: koolstof is hydrofoob.
In onderstaand filmpje kan je zien hoe waterdruppeltjes zich gedragen wanneer ze losgelaten worden op een laagje superkleine koolstofbuisjes met een diameter op het nano-niveau (10-9m).
De waterdruppels krijgen geen schijn van kans om het laagje te bevochtigen: ze worden gewoon afgestoten.
Koolstofnanobuisjes zijn zodanig sterk waterafstotend, dat men ze superhydrofoob noemt.

Superhydrofobe materialen worden op dit moment druk bestudeerd omdat er talrijke praktisch toepassingen mogelijk zijn.
Als ze zouden kunnen gebruikt worden als isolatiemateriaal van hoogspanningsleidingen b.v., dan zouden er geen waterdruppels aan de draden blijven aan hangen, waardoor de leidingen ‘s winters niet met ijslagen kunnen bedekt worden.
Ook als corrosiewerende lagen op brugpijlers, scheepsrompen, onderwater constructies,…) kunnen superhydrofobe materialen van zeer groot economisch belang worden: corrosie vernietigt jaarlijks voor enorme bedragen.
En brillenglazen bedekt met een nanolaagje superhydrofoob, zouden zelfreinigend kunnen zijn.
De toekomst van brillendragers zoals ik ziet er dus weer een beetje properder uit...

Superwaterafstotend

zaterdag 23 oktober 2010

De aap komt uit de mouw

Geef een grote groep apen typmachines en papier.
Wacht lang genoeg en ze zullen op den duur het volledige oeuvre van Shakespeare reproduceren.
Dit is de bekende stelling van de eindeloos typende apen 
De kansrekening levert er naar het schijnt zelfs een bewijs voor.

En als je een grote groep apen op koffiezetmachines loslaat, kan je dan verwachten dat er op den duur een lekker kopje koffie te voorschijn komt?


Niet dus!
Lekkere koffie zetten is geen apenwerk.
Geen toevalstreffer
Dat is alleen weggelegd voor een expert-barista die met overleg Costa materiaal gebruikt.

Geniet van je zaterdagmorgen(of middag, of –avond)kopje.
Het mag voor mijn part ook van een ander merk zijn.

vrijdag 22 oktober 2010

Rozen verwelken, schepen vergaan, maar onze puzzel blijft altijd bestaan

image
Vanuit de haven van Antwerpen vertrekken op 15 oktober om 12u ‘s middags 4 vrachtschepen.
Het eerste schip is om de 4 weken terug in Antwerpen.
Het tweede schip is om de 8 weken terug in Antwerpen.
Het derde schip is om de 12 weken terug in Antwerpen.
Het vierde schip is om de 16 weken terug in Antwerpen.
Op welke datum zijn die vier schepen nog eens alle 4 samen in Antwerpen.
Laat het me weten tegen zondagavond: herve.tavernier2@pandora.be
Maandag avond om 21.30u. kan je nagaan of je de boot niet hebt gemist.

donderdag 21 oktober 2010

Over droge spaghetti en klapperende boeken

Fysica moet zich niet altijd bezig houden met het ingewikkelde onzichtbare wereldje binnen in de atoomkernen of met de mysterieuze gedragingen van zwarte gaten.
Fysica breken zich ook soms het hoofd om een verklaring te geven voor verschijnselen die dichter bij ons dagelijks leven staan.

Waarom breekt een een droge spaghetti bijna altijd in minstens 3 stukken als je hem plooit en bijna nooit in 2 stukken?

Bijna altijd minstens 3 stukken!

Zelfs topfysici zoals Richard Feynman hebben daar in de jaren 90 wakker van gelegen en uiteindelijk geen sluitend antwoord gevonden.
Pas in 2005 gaven Franse natuurkundigen een aanvaardbaar antwoord.
Je kan die op hun website “Breaking Spaghetti” nalezen.
Eenvoudig is de uitleg niet voor dit stukje keukenfysica.
Het komt er op neer dat ze met een goed model aantonen dat de buiging van het dunne staafje een breuk op één plaats veroorzaakt, maar dat de schokgolf van die breuk in de dunne spaghetti, minstens één bijkomende breuk doet ontstaan.

Nog zoiets raars.
Als je een constante luchtstroom stuurt over een boek, beginnen de bladeren een raar klapperpatroon te vertonen.
Bedenk dus dat de luchtstroom niet aan-uit over het boek wordt geblazen, maar er constant met een bepaalde snelheid over geblazen wordt:


Ook daarvoor is nu een (moeilijke) verklaring gevonden door de fysici P. Buchak,   C. Eloy, en P. M. Reis.
Je kan die uitleg lezen in The Clapping Book:Wind-Driven Oscillations in a Stack of Elastic Sheets dat in Physical Review Letters is verschenen.

Meer nog dan het weten waarom dunne staafjes zoals spaghetti zo raar breken, is het inzien waarom boeken zo raar klapperen, iets met nuttige toepassingen.
Zo kan men beter voorspellen hoe gebouwen en bruggen zich gedragen in windstromen. En krijgt men beter inzicht in stromingsverschijnselen in bloed of bij vliegtuigen in de luchtlagen.
Het is dus niet alleen maar een spelleke om daar studietijd in te steken!  

woensdag 20 oktober 2010

Bang! Bang! Bang!

Toen ik hier de laatste weken over de Nobelprijzen aan het berichten was, kwam het bij mij op om een iets te bloggen over de vinding waarmee Alfred Nobel zelf in de 19de eeuw zoveel geld verdiend heeft.
Nobel vond in 1867 dynamiet uit en bij zijn overlijden in 1896, had hij er 32 miljoen Zweedse kronen mee verdiend (ongeveer 3,2 miljoen Euro).
Met de rente op dat belegd kapitaal worden nu nog jaarlijks 5 wetenschappers (redelijk…) rijkelijk beloond.

Dynamiet was een methode om de zeer explosieve en zeer schokgevoelige stof, nitroglycerine veilig te kunnen transporteren.
Nobel slaagde erin het vloeibare nitroglycerine te absorberen de zeer poreuze vaste stof kiezelgur:

image

Op die wijze kon het sterk explosief in staven gefabriceerd worden en veilig gebruikt worden bij wegenaanleg, tunnelbouw enz.
Nobel werd er dus schatrijk mee.

Nitroglycerine, de actieve stof in dynamiet, is een eenvoudige chemische verbinding, die ontstaat door aan glycerine een mengsel van salpeterzuur en zwavelzuur toe te voegen.

image
Zo simpel dat we dat in de jaren 60 zelf probeerden te maken.
Ik, toen al chemie-fanaat, en twee van mijn Merelbeekse kameraden, Rudi Van Poucke en Gilbert Penninck (dag mannen!).
Gelukkig is ons experiment toen mislukt, want we waren ons niet bewust van de enorme detonatiekracht van het goedje.
Het erg schokgevoelige nitroglycerine ontbindt immers in een kolossale hoeveelheid gas, die door de vrijgestelde warmte supersnel een enorm volume inneemt en bijgevolg alles in zijn omgeving wegduwt

                      4 C3H5(ONO2)3 → 12 CO2 + 10 H2O + 6 N2 + O2
                        Vloeistof       →      gas           gas        gas      gas


In het filmpje van de BBC hieronder is dat goed gezien.

Spelen met meer dan vuur was dat.
Een Merelbeekse jeugdzonde waar ik, gelukkig, nu nog kan over mijmeren…

dinsdag 19 oktober 2010

‘t Is stil waar het niet waait

Ik wil het hier niet hebben over de spreekwoordelijke betekenis van die uitdrukking.
Neen het gaat over de letterlijke inhoud.

Mij is het nog niet zo opgevallen, maar Franse klimatologen lieten tijdens het voorbije weekend in Nature Geoscience weten, dat het de laatste decennia opvallend minder waait in China, maar ook in Amerika, in Australië en zelfs in Nederland en België.
Ze hebben windmetingen nageplozen van 822 weerstations over een periode van 1979 tot 2008.
En ze zijn tot de conclusie gekomen dat de windsnelheid in die periode met 10% is gedaald!

image

De reden van die afname van de windsnelheid is voor de onderzoekers niet helemaal duidelijk.
Er zijn geen opvallende veranderingen te merken in de atmosferische stromingen.
En de veranderingen die er zijn, zijn onvoldoende om als verklaring te dienen.
Een oorzaak zou volgens de wetenschappers kunnen liggen in een verruwing van het aardoppervlak, waardoor de wind afgeremd wordt.
Maar waardoor is het aardoppervlak dan wel ruwer geworden?
De Franse klimatologen denken dat door de klimaatverandering de bomen meer zijn gaan groeien!
En zoals mijn moederke mij al leerde: “hoge bomen vangen veel wind”…
Daarenboven zouden er in Rusland ook meer akkers in bossen zijn omgezet.
Meer bossen met hogere bomen dus.
Je kan dus blijkbaar niet overal over ontbossing spreken.

Als die onderzoekers het bij het rechte eind hebben wat betreft de oorzaak van de toenemende windstilte, dan ziet het er niet goed uit voor het rendement van windenergie als alternatieve energiebron. Want die zal dan gemiddeld ook wel met 10% afgenomen zijn.

image

Moeten we dan bomen kappen in de buurt van onze windmolenparken?
Hoe leg je dat aan de brave burger uit, nu die net warm gemaakt werd om meer bos aan te planten?
Of moeten we met die molens dan maar definitief mee naar zee trekken in plaats van bijvoorbeeld langs de E313 in Bilzen-Hoeselt?

image

maandag 18 oktober 2010

Driehoekje – oplossing

Als B en C op een middellijn liggen, dan is de straal  OA een diagonaal van de rechthoek ABOC.
En dus is de straal AO = BC = 8cm
Simpel, maar toch wel plezierig (hoop ik)

image

Van klein naar groot en omgekeerd

Van klein naar groot in een handomdraai, zonder groeihormonen of andere rare chemische middelen.
Alleen maar met een uitgekiende omgeving die onze hersenen op een dwaalspoor brengt:

Van reus tot dwerg al lopend

zondag 17 oktober 2010

Nobelpijzen: wie is de beste?

De Nobelprijzen zijn weer toegekend.
Het was al de 109de keer dat dit gebeurde. Sedert 1901 zijn er al meer dan 500 laureaten bekend gemaakt.
In BBC – News Magazine verscheen er onlangs een overzicht van de winnaars per land vanaf het begin t.e.m. 2010 
Ik heb de grafische voorstelling van dit palmares van vertaling voorzien:

Nobelprijzen
Bron: BBC – News Magazine  Klik op het beeld om te vergroten.

Dat Amerika als algemeen winnaar uit de bus komt, zal wel niemand verwonderen.
Onderzoek werd daar in de 20ste eeuw (en nu nog) geweldig gestimuleerd en gefinancierd.
Topwetenschappers van overal trokken naar het “beloofde land” lieten er zich dikwijls naturaliseren. Natuurlijk waren er ook wel een paar autochtone Amerikanen bij de gekroonden…
Van de Europese landen zijn het ook de grootmachten die tot de besten behoren, maar ook het veel kleinere Zweden scoort verrassend goed.
En hoe deden België en Nederland het tot nu toe?

image

Slecht is dat niet, maar als wetenschapper valt het mij toch op dat Nederland opvallend veel beter scoort dan België voor fysica en chemie.
Voor fysica komt Nederland zelfs op de 5de plaats en daar zijn een paar recente laureaten bij: Gerard ‘t Hooft en Martinus Veltman in 1999.
En in 2010 André Geim.
Dit wijst erop dat Nederlandse fysici ook op het domein van de actuele belangstellingsvelden in de natuurkunde tot de top behoren.
Gerard ‘t Hooft is trouwens nooit naar de US getrokken. Hij is steeds aan de Universiteit van Utrecht verbonden gebleven.
Veltman was ook hoogleraar in Utrecht maar is ook in Amerika (Michigan) aan het werk geweest.
Geim werkte van 1994 tot 2000 aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen, maar trok daarna naar de Universiteit van Manchester.

De Belg die voor chemie gelauwerd werd, Ilya Prigogine, was eigenlijk een geïmmigreerde Rus. Maar zijn werk over de thermodynamica van de niet reversibele processen, verrichtte hij hoofdzakelijk aan de Université Libre de Bruxelles.

De “Lux” van Benelux is als superkleine natie nog niet in de prijzen gevallen.

Mocht je geïnteresseerd zijn in het volledig overzicht per land, dan kan je hier het Excelbestand met de lijst downloaden.
En Google maar eens naar de andere Belgische en Nederlandse nobele mannen.
Een vrouw is er spijtig genoeg (nog?) niet bij…

zaterdag 16 oktober 2010

Als je er hoofdpijn van krijgt

Ik wist niet eens dat ze bestond: de kauwbare aspirine.
Maar het is zo:

image

En dat je die dingen kan innemen zonder water, kan zo van die onverwachte voordelen hebben als je “er” hoofdpijn van krijgt

vrijdag 15 oktober 2010

Driehoekje

image
Van de driehoek ABC ligt A op de cirkelomtrek en B en C liggen op een middellijn.
Wat is dan de lengte van de straal van de cirkel?
En leg dat een beetje uit.
Dit is puzzel 74 in de reeks.
En ook nu verwacht ik jullie antwoorden tegen zondagavond op:
herve.tavernier2@pandora.be
En maandag toon ik de oplossing.

donderdag 14 oktober 2010

Schitteren in 28 miljard pixels

Firenze is (volgens mij toch) de schitterendste stad van Italië.
Wie daar ooit was, zal zonder twijfel ook de Uffizi galerij bezocht hebben, één van de belangrijkste kustmusea ter wereld.
Je kan er meesterwerken van Da Vinci, Botticelli, Giotto,… bewonderen.
Zo’n bezoek ter plaatse is natuurlijk het summum.
Ik heb in mijn onderwijsloopbaan drie keer de kans gehad om dat mee te maken.
Het overweldigende van het belangrijkste wat de Italiaanse schilderkunst van de Renaissance tot de Barok heeft voortgebracht en de bedwelmende sfeer van die architectonische wonderstad, is alleen ter plaatse te ervaren.
Daar kan geen enkele “virutal reality” tegenop.

Maar toch bieden het internet en de allernieuwste beeldtechnieken ons de mogelijkheid om een deel van de werken uit het Uffizi, met een ongehoord detail te bekijken.

image

Haltadefinizione heeft opnames met een resolutie tot 28 miljard pixels op een website geplaatst.
Je kan daardoor op de werken inzoomen tot op het millimeterniveau.
Weer een internetkans die je niet mag missen.
Klik op het beeld, maak een artistieke virtuele reis en vergeet even al de rest.
En mocht je nog de kans niet gehad hebben: reis eens echt naar Firenze.

woensdag 13 oktober 2010

Fruit moet je vers eten

Mia is in ons dorp nogal actief in Ziekenzorg.
Vorige zondag vierden de Christelijke Mutualiteiten hun jaarlijkse Nationale Ziekendag.
Bij die gelegenheid zorgde de plaatselijke afdeling voor een extra attentie voor alle zieke en bejaarde dorpsgenoten. Er werden ontbijtpakketten aan huis gebracht en werd tijd gemaakt voor een deugddoende babbel met de soms toch wat vereenzaamde oudere mensen.
In de ontbijtkorven uiteraard gezond fruit: peren van de plaatselijke fruitboeren en zoete witte druiven, gekocht in de supermarkt en van…Griekse afkomst.
Maar fruit moet je vers eten.
En daar wrong zondag het schoentje.
Toen Mia de pakjes aan het klaarmaken was, bleek er al menig peertje “buikziek” te zijn. En menig druifje had al een bruin kleurtje.
Er is dus heel wat in onze “groencontainer” verdwenen.

Het verrottingsproces van organisch materiaal is het werk van bacteriën en schimmels.
De snelheid waarmee dit verloopt zal afhangen van de temperatuur, de vochtigheidsgraad, de zuurtegraad van de celinhoud enz.  
Iemand met veel geduld en nog veel meer tijd heeft van een fruit-en groentenkorf gedurende 74 dagen om de 40 minuten een foto gemaakt.
En dan alles bijeen gemonteerd.
Hieronder kan je het resultaat van dit monnikenwerk zien.
Wie gaat er eerst aan? Wie houdt het langst vol?
Pronostiekje?
Kijken maar!

Snoep verstandig, eet een…VERSE appel.

dinsdag 12 oktober 2010

Leve de oorafdruk!

Om identificaties van personen uit te voeren maakte men vroeger bijna uitsluitend gebruik van vingerafdrukken.
Maar sedert een aantal jaren komt ook de irisscan meer en meer in gebruik.
Op de luchthaven van Schiphol bijvoorbeeld maakt men er al gebruik van.


De methode steunt op het gegeven dat het irispatroon uniek is bij elk individu. Zelfs eeneiige tweelingen zouden een verschillend irispatroon vertonen!
Het patroon verandert ook niet met de leeftijd. Tenzij de buitenste rand die met ouder worden een beetje troebel kan worden. En met een kunstoog werkt het systeem natuurlijk ook niet
Men zoekt dus verder naar nog meer sluitende identificatiesystemen.

Op de Fourth International Conference on Biometrics: Theory, Applications and Systems, heeft een team onder leiding van prof. Mark Nixon, een nieuwe methode aangekondigd: de oorscan. Je kan het artikel hier lezen.
Volgens deze wetenschappers geeft het patroon van de menselijke oorschelp een identificatiezekerheid van 99,6%.
En ook voor deze methode geldt dat het patroon niet verandert met de leeftijd.

Schrik dus maar niet als ze je binnenkort vragen of ze even naar je oor mogen kijken vóór je naar je vakantiebestemming mag vertrekken.
En laat die piercings nu toch eindelijk eens uit!

image

maandag 11 oktober 2010

Over kubussen en ballen – oplossing

In de eerste doos liggen er drie lagen van drie keer drie ballen:
3 x 3 x 3 = 27 ballen.
In de tweede doos liggen er vier lagen van vier keer vier ballen:
4 x 4 x 4 x 4 = 64 ballen.
Dus één laag in de dozen ziet er zo uit:

image
Aangezien beide dozen dezelfde afmetingen hebben, moet de diameter d van een grote bal = 4/3 van de diameter van een kleine bal.
Het volume van een bol is recht evenredig met d3.
Het volume van een grote bal is dus 64/27 van het volume van een kleine bal.
En aangezien alle ballen uit hetzelfde materiaal zijn gemaakt, weegt een grote bal 64/27 meer dan een kleine bal.
De 27 grote ballen in de eerste doos wegen dus evenveel als de 64 kleine ballen in de tweede doos.
Beide dozen wegen dus even veel!
Tot vrijdag voor een nieuwe puzzel.

De Kofka-ring

Een ring in één grijze tint wordt over een vlak geplaatst waarvan één helft donker en de andere bleker grijs is.
Van zodra de deelvlakken horizontaal uit elkaar schuiven zien we beide helften van de ring in een verschillende grijstint.
Schuiven ze weer ineen dan is de ring weer éénvormig grijs.
Ook als de helften verticaal verschuiven zien we de ring in verschillende grijstinten:

koffka_ring_optical_illusion_excelhero

Deze visuele illusie is, samen met nog een aantal andere van dezelfde aard, terug te vinden op een site van het Massachusetts Institute of Technology
Kurt Koffka was een Gestaltpsycholoog uit de vorige eeuw, die met bovenstaande illusie aantoonde dat wat onze hersenen ons doen zien, afhangt van de ruimtelijke omgeving waarin het waargenomen voorwerp geplaatst wordt.

zondag 10 oktober 2010

Top 100

De laatste week beleefden we een aantal heldere herfstavonden (en nachten).
Altijd de moeite waard om dan eens buiten een kijkje te nemen en het flonkerend firmament te bewonderen.
In het zuiden staat nog altijd opvallend helder Jupiter te glanzen.
In het noord-westen en ook voor iedereen gemakkelijk terug te vinden: de sterrenbeelden Grote en Kleine Beer.


image

Toch zijn dit voor het blote oog maar erg zwakke lichtpuntjes aan de donkere hemel.
We zouden het beter willen zien en dieper willen kijken.
Die drang naar meer detail heeft de mensheid altijd al gehad.
Maar pas sedert 400 jaar hebben we daar middelen voor: de eerste telescoop van Galilei.

Galileo's telescope, 1610.

Steeds gesofisticeerder werden die dingen. Met steeds maar toenemende resolutie laten ze ons zien wat er in die onmetelijke ruimte rondom ons aanwezig is.
Ruimtetelescoop Hubble spant natuurlijk de kroon.
Maar ook grondstations met erg geavanceerde apparatuur leven ongelooflijke beelden op.



Foto van de VLT in Chili. Bron: ESO

De Very Large Telescope (VLT) en de Visible and Infrared Survey Telescope for Astronomy (VISTA) van de  ESO (European Southern Observatory)  behoren tot de top in dat domein.
Vanuit de Chileense waarnemingsplaats in Paranal Chili maakt dit complex van 
telescopen, fantastische beelden.
Recent hebben de astronomen op de ESO-site de top 100 van die beelden voorgesteld.
Klik op onderstaande prachtige weergave van “het oog van God” (of de Helixnevel), om die uitgebreide reeks eens rustig te bekijken.
Ik beloof jullie een aangenaam uurtje.


Bron van dit beeld: ESO.

zaterdag 9 oktober 2010

Jonge Japannerkes chemie

Misschien herinneren jullie zich nog wel het leuke liedje van Tom Leher over de atoomsoorten in de “Tabel van Mendeljev”. Ik heb die song in mijn bericht van 14 september 2009 al uitgebreid voorgesteld.
Een populair ding onder de scheikundigen.
Maar gisteren vond ik op YouTube een nieuwe versie, gezongen door twee jonge Japannerkes.
Een leuke verstrooiing om het weekend mee in te zetten vind ik.
Kijk en luister maar eens. En doe dat dan maar in de hoogte resolutie (720p) en full-screen.
Misschien leer van die lieve meisjes eindelijk eens hoe sommige van die rare elementen (rubidium, niobium, tellurium,...) er uit zien.


Lieve Japannerkes, niet?

vrijdag 8 oktober 2010

Over kubussen en ballen

Een kubusvormige doos wordt helemaal tot aan de rand gevuld met 27 grote volle ballen. Al die ballen zijn gelijk in grootte en gemaakt uit hetzelfde materiaal.
In die doos liggen er in elke laag evenveel ballen.
En de buitenste ballen raken de zijkanten van de doos.
Een tweede kubusvormige doos identiek aan de eerste, wordt tot aan de rand gevuld met 64 kleinere volle ballen, gemaakt uit hetzelfde materiaal als de ballen in de eerste doos. Ook deze kleinere ballen zijn allemaal gelijk in grootte.
Ook in deze doos geldt dat er in elke laag eenzelfde aantal ballen liggen.
En ook hier raken de buitenste ballen de zijkanten van de doos.

image

Welke van beide gevulde dozen weegt het zwaarst? Leg dat een beetje uit en laat het me weten tegen zondagavond: herve.tavernier2@pandora.be
Maandagavond om 21.30u. plaats ik de dozen op de weegschaal.

donderdag 7 oktober 2010

Grafeen en palladium

Alle bètawetenschappen kennen sedert gisteren hun nieuwe Nobellaureaten:
  • Geneeskunde en fysiologie: Robert Edwards (75 jr.) voor zijn werk rond in vitro fertilisatie. De “proefbuisbaby's” dus.
  • Fysica: André Geim (51 jr.) en Konstantin Novoselov (36 jr.) voor het isoleren van grafeen
  • Chemie: Richard Heck (79 jr.), Eiichi Negishi (75 jr.) en Akiri Suzuki (80 jr.) voor het ontwikkelen van palladium gekatalyseerde crosskoppeling in organische synthese.
image
Ik laat in dit bericht de proefbuisbaby's een beetje oneerbiedig aan de kant liggen. Alhoewel dit uiteraard een zeer belangrijke ontwikkeling is, met enorme sociologische gevolgen.
Maar grafeen en palladium-katalysatoren liggen bij mij, als chemist, gewoon in een  hoger laatje.
Trouwens, ondanks het gegeven dat de ontdekking van grafeen beloond is met de Nobelprijs fysica, is grafeen eigenlijk pure chemie. Twee Nobelprijzen chemie dus eigenlijk.

De isolatie van grafeen is het gemakkelijkst toe te lichten.
De werking van de palladium-katalysatoren is een ingewikkeld technisch verhaal dat nogal wat chemisch vakjargon vraagt om uit te leggen. Ik zal daarom nogal oppervlakkig blijven.

Grafeen is tegelijkertijd een zeer eenvoudig en een zeer uitzonderlijk materiaal.
Eenvoudig omdat het verdoken aanwezig is in grafiet en slechts uit één atoomsoort, koolstof, is opgebouwd.
Grafiet is de zwarte stof in potlood.
Grafiet is opgebouwd uit verschillende lagen grafeen. Die lagen zijn onderling zwak gebonden en kunnen dus gemakkelijk over elkaar schuiven. Bij het schrijven met een potlood wrijven we eigenlijk laagjes grafiet van de stift af en op het papier.
Maar hou er wel rekening mee dat een potloofstreep van 0,1 mm dik toch wel zo’n 300.000 gestapelde grafeenlagen bevat! We zitten hier immers over een nanowereldje (grootte-orde 10-9 meter) te praten.
De zwakke binding tussen de grafeenlagen, draagt ook bij tot het gebruik van grafiet als smeermiddel. Maar ook de aanwezigheid van o.a. watermoleculen tussen de lagen spelen een rol in de smerende werking van grafiet.

image

Grafeen is dus de stof die je krijgt als je één laagje uit grafiet kan isoleren.
Daar zijn Geim en Novoselov in 2004 in geslaagd
En dan krijg je een zeer uitzonderlijke stof.
Een ultradunne stof, slechts 1 atoom dik, en dus te bekijken als een stof die eigenlijk maar twee dimensies heeft: een vlak met een te verwaarlozen dikte. 
Door haar minimale dikte is te stof eenvoudigweg transparant.
Maar door de sterke binding tussen de C-atomen onderling in de laag, is grafeen meteen één van de sterkste materialen: 100 keer sterker dan staal.
Het is ook een stof met een zeer hoge dichtheid: de afmeting van de poriën zijn zo miniem dat er geen andere atomen (laat staan moleculen) door kunnen.
En grafeen is ook een zeer sterk geleidend materiaal.

Meteen staan er een groot aantal mogelijke toepassingen te wachten: elektronica, aanraakschermen, zonnecellen,… En via openingen in de laag: selectieve filtering en zelfs opheldering van de structuur van ingewikkelde moleculen zoals b.v. stukken DNA.
Grafeen zal ongetwijfeld voor een stuk de technologische evolutie in de komende jaren mee bepalen. We krijgen er dus allemaal mee te maken.
En nog iets: André Geim, de meest extroverte van de twee fysica-laureaten, heeft 10 jaar geleden al eens een Ig-Nobelprijs gewonnen, door een kikker te laten zweven in een sterk magnetisch veld. Je kan dat hier zien.
De meer teruggetrokken leerling van Geim, Konstantin Novoselov, is dan weer een zeer jonge laureaat: pas 36 jaar en nu al de hoogste onderscheiding die een wetenschapper kan krijgen!

Wellicht zullen we in de toekomst ook verder profiteren van het werk van de Nobellaureaten chemie.
Inderdaad verder profiteren, want hun techniek vindt al jarenlang toepassing bij de synthese van belangrijke verbindingen in de farmacie bijvoorbeeld.
Waarover gaat het?
Bij het maken (synthetiseren) van organische moleculen worden dikwijls zogenaamde katalysatoren gebruikt.
Dit zijn stoffen die de synthese van die organische moleculen vergemakkelijken en die daarbij niet verbruikt worden. Ze kunnen na de reactie gerecupereerd worden.
Er bestaan allerlei soorten katalysatoren.
De laureaten van dit jaar hebben in de zeventiger jaren van de vorige eeuw, palladium-katalysatoren ontwikkeld om op een eenvoudige en milde wijze (d.i. bij lage temperaturen en in gewone oplosmiddelen), koolstofatomen met elkaar te verbinden. Zo kan je kleinere moleculen aan elkaar koppelen tot grotere moleculen.
Palladium is een zeldzaam zilverachtig metaal.
Vooral het feit dat met de palladium-katalysatoren de reacties in milde omstandigheden kunnen verlopen, maakt het voor de scheikundigen mogelijk om ingewikkelde moleculen eenvoudig te synthetiseren.
Dus goedkoper en efficiënter.
Wat wil je nog meer?

woensdag 6 oktober 2010

Prachtige pano’s

Ik heb me zelf ook al eens een paar keer geamuseerd met het maken van panorama-foto’s.
Ik gebruik daarvoor een supersimpel fototoestelletje, gekocht in “den Aldi”, en een gratis Microsoft-programmaatje om de afzonderlijke kiekjes tot één breed geheel aan elkaar te breien: Microsoft ICE.
En sinds een paar maanden gebruikt ik het fototoestelletje dat in mijn Samsung Star GT-S5230 GSM zit ingebouwd en dat automatisch panorama’s kan maken.
De resultaten zijn niet heel bijzonder, maar ze geven toch een redelijk mooi beeld van de omgeving.
Zoals dit voorbeeld van de rijke marentakken in de bomen rond het Hoeseltse kasteel van Hardelingen:



Maar wie van pano’s houdt kan zijn hartje ophalen op Panoramic Earth.


image

Op deze site heeft men een uitgebreide verzameling schitterende panorama-foto’s aangelegd, met bij elke foto de mogelijkheid om 360° rond te kijken en te scrollen in alle mogelijke richtingen.
Elke groene marker op bovenstaand beeld geeft het aantal pano’s per werelddeel.
Elke gele marker geeft het aantal pano’s per land.
Klik je één van die markers aan, dan kan je in een zijbalk kiezen welke foto je wil bekijken.
Je kan de foto zien in een venster of in full-screen.
Bekijk je de foto in een venster, dan zie je er ook een Google Map naast, zodat je het beeld kan lokaliseren.
De full-screens zijn overweldigend op voorwaarde dat de opname met hoge resolutie gebeurd is. Dit is spijtig genoeg niet bij alle foto’s het geval.
Maar wel bij onderstaande opname van de Eiffeltoren: alsof je er zelf onder loopt.
Ik probeer het beeld hier te embedden.
Maar mocht dat in uw browser niet lukken: ga dan naar de site en geniet van dit beeld en van nog veel andere pano’s.



Paris tour provided by Panoramic Earth. All rights reserved.

dinsdag 5 oktober 2010

Zo doen ze het

Ik herinner me het nog goed uit mijn kleutertijd. Meer dan 60 jaar geleden dus.
Hoe zuster Elizabeth van de kleuterschool ons beloofde dat ze eens poppenkast zou spelen als we echt braaf waren.
Ik heb het niet dikwijls meegemaakt. Meestal bleef die mooi geverfde kast, dood in de klashoek staan. Het mysterieuze rode gordijntje ging zelden open.
Zouden we dan zo’n stoute kinderen geweest zijn?
Of had dat nonnetje gewoon geen goesting?
In elk geval: poppenkast is altijd een bijzondere aantrekkingskracht op mij blijven uitoefenen.
Jaren geleden kon ik tijdens de Gentse feesten mateloos genieten van de puppetbuskers die op straat minipoppenkast speelden en ons lieten zien hoe ze aan de touwtjes trokken

image

Ik herinner me hoe ons Leen als peuter kon opgaan een meeleven met Bert en Ernie van Sesamstraat.
En hoe we gelachen hebben en meegezongen met de Muppets’ Mahna Mahna

Zing maar mee!

Denk er dus maar bij dat er achter de schermen heel wat werk nodig is om ons dit schitterend stukje te presenteren.
Om daar een goed idee te krijgen, moet je volgend filmpje je eens bekijken.
Kan je daar de gordijntjes terug bij denken?

Dat zal wel oefenen geblazen zijn!

maandag 4 oktober 2010

Leg dat nu eens uit – oplossing

Amaai dit puzzelke heeft nogal wat beroering veroorzaakt.
Vooral het deel met de mannekes.
Ik zal het proberen uit te leggen.

Eerst het geval met de streepjes.
Dat was voor de meesten die gereageerd hebben nogal duidelijk.
image
Door MN te trekken zoals aangegeven, snij je van de streepjes van links naar rechts respectievelijk 0 twaalfden, 1 twaalfde, 2 twaalfden,….12 twaalfden af.
Verplaats je dan het afgesneden deel naar links, dan verleng je elk streepje met 1 twaalfde en het rechtse streepje verdwijnt: van 13 maak je er 12!

Er waren 8 juiste antwoorden en dat deed me veel plezier.
Heel moeilijk was dit wel niet en dat moet ook niet. De puzzelkes moeten een aangename weekend-bezigheid blijven.

Met de mannekes zitten we eigenlijk met precies dezelfde situatie.
Maar omdat de verschuiving in 2 stukken gebeurt, is het wat moeilijker te zien.
Ik probeer het duidelijk de maken door de ventjes te kleuren en te nummeren.
Ik heb ook de snijlijn getrokken en de “blokken” die verplaatst (en dus verwisseld) worden heb ik aangeduid met A en B.

image
En zo zie je dat er 13 “ontstaan” waar er eerst 12 waren.

Nog beter zie je het als ik de mannekes gewoon achter elkaar zet en ze op "dezelfde hoogte” plaats als waar ze oorspronkelijk stonden.
Als ik dan weer de snijlijn teken en het geheel naar rechts verplaats, zit in in precies dezelfde situatie als met de streepjes hierboven:

image
Ik hoop dat je evenveel plezier beleefd hebt aan het oplossen als ik aan het maken van die gekleurde tekeningetjes hierboven.
Dit heeft me een leuk avondje Photoshoppen opgeleverd !

Illusies kunnen simpele oorzaken hebben

De meesten zullen zich nog wel die spectaculaire TV-shows herinneren van David Copperfield.
De steenrijke Amerikaanse meester-illusionist deed met veel bravoure en nog veel meer superduur showwerk, vliegtuigen en olifanten verdwijnen dat het een lieve lust was. Zelfs het vrijheidsbeeld moest er aan geloven!

Iedereen weet natuurlijk dat illusie geen realiteit is. Iedereen weet dat onze hersenen ons bedriegen als ze signalen binnenkrijgen waarmee ze moeilijk overweg kunnen.
De opeenvolgende berichtjes in deze maandagse illusierubriek heeft dit, hoop ik, intussen duidelijk gemaakt.
En dat een visuele illusie simpel te realiseren is, door een oordeelkundige camera-opstelling bijvoorbeeld, laat onderstaand filmpje van Richard Wiseman ons zien.
Wiseman is trouwens zelf een zeer verdienstelijk goochelaar.
Je zal zien hoe simpel onze grijze materie op het verkeerde been kan worden gezet.

Opletten !

zondag 3 oktober 2010

De Nobelprijzen 2010 komen er aan. De Ig-prijzen zijn er al!

Het is weer “prijskensweek”.
Het jaarlijks moment waarop topwetenschappers beloond en geëerd worden voor hun vondsten en hun werk in de voorbije (soms tientallen) jaren is er weer.
Dit is het aankondigingsschema voor de Nobelprijzen 2010:
  • maandag 4 oktober 10.30u. (= GMT + 1): geneeskunde en fysiologie
  • dinsdag 5 oktober 10.45u.: fysica
  • woensdag 6 oktober 10.45u.: scheikunde
  • donderdag 7 oktober 12.00u.: literatuur
  • vrijdag 8 oktober 10.00u.: vrede
  • maandag 11 oktober 12.00u.: economie
En het Nobelcomité gaat met zijn tijd mee: de aankondigingen zijn live te volgen via een webcast.
Voor de geïnteresseerden die het allemaal heet van de naald willen horen en zien: kom hier vanaf maandagvoormiddag maar kijken, want ik embed de Nobelprijs-webcast:


Ik kom in de komende weken nog wel even terug op de nieuwe prijswinnaars in de positieve wetenschappen.

Maar!
Intussen zijn de alternatieve Ig-Nobelprijzen 2010 op 30 september al uitgereikt. Schitterend werk, zoals ieder jaar. Oordeel zelf maar:
  • voor ingenieurswetenschappen: aan wetenschappers van de Londense zoölogische faculteit, voor hun methode om snot van een walvis op te vangen met behulp van een op afstand gestuurd helikoptertje.
    Je kan ze hier aan het werk zien.
  • voor geneeskunde: aan Simon Rietveld en medewerkers van de Universiteit van Amsterdam, voor hun vondst dat astma kan bestreden worden met een ritje op de 8-baan.
    Op naar Walibi!
  • voor fysica: aan Lianne Parkin en medewerkers van de Universiteit van Otago in Nieuw-Zeeland, voor hun wetenschappelijk bewijs dat mensen minder snel vallen op gladde wegen als ze sokken over hun schoenen trekken.
    En dat wist mijn moederke ook al!
  • voor de vrede: aan Richard Stephens en medewerkers van de Keele University in Engeland, voor hun bewijs dat vloeken pijn vermindert.
    Die Nobelprijs had ik verdomme ook kunnen krijgen. Te laat non-deju!
  • voor publiek gezondheid: aan Manuel Barbeito en medewerkers van het Industrial Health and Safety Office in Maryland USA, voor hun bewijs dat baardige microbiologen, via hun kin- en kaakbegroeiing, bacteriën overbrengen op mensen uit hun omgeving.
    Scheer ze terstond af die baarden!
  • voor economie: aan de curatoren en directeurs van de failliete Lehman Brothers Bank en aanverwanten, voor het promoten van nieuwe mogelijkheden om te investeren met maximale winst en minimaal risico voor de wereldeconomie (of een deel ervan…).
    Te bestuderen door BNP Paribas Fortis en andere Dexia’s.
  • voor chemie: aan Eric Adam van het MIT en medewerkers van andere universiteiten, voor het bewijzen dat het oude geloof dat olie en water niet mengen, larie en apekool is.
    BP kan daar van meespreken
  • voor management: aan Alessandro Pluchino en medewerkers van de Universiteit van Catania in Italië, voor het aantonen dat organisaties efficiënter worden als ze hun medewerkers op een willekeurige wijze promotie geven.
    Die chance heb ik nooit gehad.
  • voor biologie: aan Libiao Zhang en Chinese medewerkers voor hun wetenschappelijk gedocumenteerde studie van het pijpen (fellatio dus) bij vleermuizen.
    Met alle chinezen, maar niet met den dezen!
Laat ons weer hopen dat de echte Nobelprijzen van volgende week even leuk zullen zijn.
Maar dat zal wel ijdele hoop zijn vrees ik…